Nederland telt circa 4.000 stortplaatsen, waarvan een groot deel niet meer in gebruik is. AT Osborne rondde in 2019 een eerste verkenningsfase af naar de herontwikkeling van deze locaties. Centraal staat de portfoliobenadering, waarbij ‘makkelijke’ en ‘moeilijke’ locaties worden gebundeld.
De ‘Cleantech’ regio bestaat uit Apeldoorn, Brummen, Voorst en Epe en beschikt over 900.000 m² aan voormalige stortplaatsen. Ofwel: 180 voetbalvelden aan grond waar voorheen niets ontwikkeld kon worden. Als gevolg van de nieuwe Omgevingswet krijgen gemeenten de verantwoordelijkheid over de voormalige stortplaatsen, maar dat biedt dus ook kansen.
De herontwikkeling van deze locaties is niet gemakkelijk. Er is sprake van vervuilde grond. AT Osborne heeft een meervoudige aanpak bedacht. Dit richt zich op herontwikkeling tot meerdere nieuwe functies met maatschappelijke en economische meerwaarde: park, zonnepanelenweide, woongebied, enzovoort. Zo kunnen de stortplaatsen worden teruggegeven aan de samenleving.
Bij deze meervoudige herontwikkelingsaanpak zet AT Osborne in op de portfoliobenadering. Dit wil zeggen dat makkelijke en moeilijke locaties gebundeld, waarmee ook de lastige gevallen aantrekkelijk zijn voor ontwikkelaars. Dit voorkomt dat het hooghangend fruit blijft hangen. Met de consensus van de betrokken gemeenten ten aanzien van deze benadering is Fase 1 van onze verkenning afgerond.
Inmiddels loopt Fase 2, met als aandachtspunten: de mogelijke opbrengst voor gemeenten, het opstellen van een business plan voor een uitvoeringsorganisatie en de organisatie van enkele pilots. Het streven is om oktober 2020 een samenwerkingsovereenkomst te sluiten, waarin onder meer ook allocatie van mensen en middelen en een overzicht van verplichtingen en regels worden opgenomen. Andere gemeenten hebben al interesse getoond in de portfoliobenadering. Dat komt goed uit, want de benadering valt eenvoudig te reproduceren. Uitrol op landelijke en wellicht Europese schaal lijkt tot de mogelijkheden te behoren.
Google+