In weer en wind konden zij zich er al fietsend als ervaringsdeskundigen in vastbijten: hoe optimaliseer je de reis van deur tot deur op een toekomstbestendige manier? Als consultants bij AT Osborne werken Joeri van Mil en Jerom Marseille nu verder aan het concept van de fiets-treincombinatie als volwaardig alternatief voor de auto.
Joeri: “Het vraagstuk van duurzame mobiliteit wordt steeds urgenter. Mensen verplaatsen zich dagelijks op grote schaal, maar klimaatafspraken, stedelijke woningbouwopgaven en de stikstofproblematiek stellen daar fysieke en milieutechnische grenzen aan. De trein op zich is geen volwaardig alternatief voor de auto, want die rijdt alleen van station naar station. Wij willen een oplossing van deur tot deur. Die zien wij in de fiets-treincombinatie. De inzet is om van die twee vervoersmiddelen één comfortabele ervaring te maken.”
Jerom: “Ik concentreer mij op de first mile, de route van huis naar station. Van de treinreizigers komt 47% op de fiets naar het station. Dat kan beter. Je moet dan meer doen om mensen uit de auto te halen. Dat kan door autogebruik te ontmoedigen met bijvoorbeeld minder en duurdere parkeerplaatsen, maar ook door de fiets-trein ervaring te verbeteren met onder andere betaalgemak en een korte afstand tussen stallingen en perrons. En we moeten reizigers opvoeden. Bijvoorbeeld door het aantal parkeerplaatsen in nieuwbouwwijken te beperken tot een minimum, maar daar dan wel goede fietsroutes naar stations aan te leggen.”
Joeri: “Elk nieuw domein dat je als adviesbureau betreedt, begint klein. Soms omdat een opdrachtgever je een vraag stelt, soms omdat je er zelf mee aan de slag gaat en zo expertise en bekendheid opbouwt. Jerom en ik ontwikkelen een visie op dit onderwerp, samen met een collega van een ander bureau en een wetenschapper van TU Delft.”
Jerom: “Op LinkedIn publiceren we artikelen over de fiets-treincombinatie. Daarmee laten we zien dat AT Osborne er serieus mee bezig is. En het geeft ons de kans om ons hierin te verdiepen. Daar ben ik blij mee, want ik vind dit al heel lang interessant. En is dat niet het mooiste dat er is: je verdiepen in iets wat je interessant vindt?”
Joeri: “Toen ik in Delft studeerde, woonde ik in Amsterdam. Ik zat veel op de fiets van en naar stations en probeerde toen al steeds mijn reis te optimaliseren. In de stad behaal je echt winst als je de fiets meer ruimte geeft dan de auto. Er ontstaat dan fietsdividend: de ruimte die je wint, keer je uit aan de stad, bijvoorbeeld in de vorm van meer groen voor meer leefbaarheid en klimaatadaptatie.”
Jerom: “Tijdens mijn studie in Wageningen liep ik stage bij het ministerie in Den Haag. Daar kun je niet eens komen met de auto. Ik ervoer toen zelf dat de fiets-treincombinatie heel normaal kan zijn. Nu hoop ik daar bij AT Osborne echt stappen in te zetten. Samen met overheidsopdrachtgevers kunnen we Nederland hiermee in de breedste zin van het woord mooier en beter maken.”
‘Van de treinreizigers komt 47% op de fiets naar het station. Dat kan beter. Je moet dan meer doen om mensen uit de auto te halen. Dat kan door autogebruik te ontmoedigen met bijvoorbeeld minder en duurdere parkeerplaatsen, maar ook door de fiets-trein ervaring te verbeteren met onder andere betaalgemak en een korte afstand tussen stallingen en perrons.’
Google+