Een kleine 10 jaar geleden werd Thermphos in Vlissingen, op dat moment de enige fosforfabriek in Europa, failliet verklaard. Circa 450 werknemers verloren hun baan en provincie Zeeland en havenbedrijf Zeeland Seaports (inmiddels North Sea Port) werden opgezadeld met een onaangename erfenis: een terrein van 57 hectare grond vervuild met onder meer fosfor, asbest en radioactief materiaal. De sanering ervan vormde letterlijk een unieke uitdaging. In veel landen staan fosforfabrieken ‘in the middle of nowhere’ en worden ze na het staken van de activiteiten simpelweg verlaten. Dat vormde in dit geval, zo dichtbij Vlissingen, geen optie. Ook andere oplossingen, zoals het uitrijden van de gevaarlijke stoffen op omringende lege akkers (Canada) of het terrein verzegelen met een gigantische betonnen bak (Finland), boden geen alternatief. De provincie en het havenbedrijf besloten om via een turn-key overeenkomst een aannemer in te huren die de sanering zou uitvoeren. Rudolf Rijkens, één van de drie bij de evaluatie betrokken Osborners: “Wat een expeditie was met nog veel onbekende elementen, werd daarmee benaderd als een project. Maar dat kun je pas doen als je vooraf van kop tot staart voldoende in kaart hebt gebracht. Alleen dan kun je er onderbouwd een planning en budget aan hangen. Anders loop je, zoals in dit geval, vast.”
Deze constatering vormt één van de lessen die uiteindelijk uit de evaluatie zouden volgen. Het team van AT Osborne bracht ze onder in drie verschillende categorieën: (1) inzicht in aard en omvang van de opgave (2) organisatie, samenwerking, besluitvorming en aansturing (3) wet- en regelgeving, vergunningverlening en samenwerking met VTH-instanties (vergunningverlening, toezicht en handhaving). Het geheel staat uitgebreid beschreven in het -op verzoek van de opdrachtgevers als boek uitgegeven- verslag ‘Expeditie Thermphos: van crisis naar beheerst uitgevoerde sanering’. Deze titel vat het verloop van een langlopend en aanvankelijk zeer moeizaam proces vol hobbels en valkuilen goed samen. In 2017, vijf jaar na het faillissement, kwam de kentering toen het Rijk bereid bleek financieel mee te doen en het mogelijk werd om middels een samenwerkingsovereenkomst een project in te richten. De sanering werd uiteindelijk december 2020 binnen planning en budget opgeleverd, mede dankzij de expertise en inzet van ‘Special Purpose Vehicle’ Van Citters Beheer. De drie betrokken bestuurlijke partijen Provincie Zeeland, North Sea Port en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vroegen vervolgens AT Osborne een evaluatie uit te voeren. Het doel: partijen helpen om in de toekomst nieuwe omvangrijke samenwerkingstrajecten nog beter te kunnen uitvoeren.
Naast projectleider Pau Lian Staal-Ong, pakte AT Osborne deze klus aan met de ervaren consultant Rudolf Rijkens en de jonge consultant Laurens Lancee. Een logische combinatie, vindt Pau Lian. “Het maakte een heldere rolverdeling mogelijk, met Rudolf als inhoudelijk expert, Laurens als degene die de vele data en opgehaalde informatie structureerde en ik zelf als procesmatig expert en projectleider vanuit mijn relatie met de klant.” Als modus operandi hanteerde het team een drietrapsraket van documentstudie, interviews met sleutelpersonen en sessies met betrokkenen om bevindingen te toetsen en ze te vertalen naar verbeterpunten. Pau Lian: “De documentstudie bleek nog een hele exercitie. Het viel niet mee om alle relevante afspraken boven water te krijgen. En de interviews vergden ook een flinke inspanning. Aanvankelijk wilden wij die steeds als duo afnemen. Uiteindelijk hebben we de meeste interviews met zijn drieën gedaan, gezien de hoeveelheid en complexiteit van de informatie die daar naar boven kwam. Met drie paar oren en drie breinen hoor en begrijp je meer dan met twee.”
Zo evolueerden de Osborners mee met het evaluatieproces. Aan het eind van die rit noteerden zij maar liefst 16 conclusies en beantwoordden zij 7 hoofdvragen (verdeeld over de drie hierboven genoemde thema’s). De opdrachtgevers toonden zich tevreden met het resultaat. De bijbehorende publicatie zal in ontvangst worden genomen door staatssecretaris Vivianne Heijnen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Is dat de kers op de taart? “Het houdt in ieder geval de belofte in dat er iets gedaan gaat worden met de verbetervoorstellen”, aldus Pau Lian. En dat is maar goed ook, denkt Rudolf. “Met deze evaluatie is een reëel maatschappelijk probleem aangekaart. Want er zullen in de toekomst meer zeer complexe saneringen volgen. Denk maar aan de energietransitie en de komende ontmanteling van kerncentrales en petrochemische bedrijven. Het is politiek en maatschappelijk relevant dat we daar als samenleving en als direct betrokken partijen goed mee omgaan. Deze evaluatie kan daar een substantiële bijdrage aan leveren.”
Pau Lian Staal-Ong
Rudolf Rijkens
Google+