De imposante maten -500 meter lang, 70 meter breed, 18 meter diep- maken de nieuwe Zeesluis IJmuiden tot de grootste ter wereld. Via het Noordzeekanaal wordt de haven van Amsterdam hiermee vanaf de Noordzee bereikbaar voor grotere vracht- en cruiseschepen dan voorheen. Een groot en belangrijk project dus, waarvoor het startschot in 2012 gegeven werd. Na vele jaren van voorbereiding en uitvoering leverde de aannemer de sluis zomer 2021 op. Op dat moment werkte de sluis in technisch opzicht, maar was nog niet aangetoond dat de sluis ook veilig in gebruik kon worden genomen. Daarvoor moest Rijkswaterstaat het hele werk eerst keuren én de nieuwe sluis operationeel testen. De periode die hiervoor door de aannemer was ingeruimd, bleek onvoldoende. Vooral omdat een voorgeschreven testprotocol, zoals dat bij bijvoorbeeld tunnels wel voorhanden is, voor sluizen niet bestaat. Na de oplevering door de aannemer vroeg opdrachtgever Rijkswaterstaat daarom aan AT Osborne om een operationeel testprogramma op poten te zetten. Een logische stap, omdat AT Osborne al sinds 2015 bij het project betrokken was voor onder meer risicobeheersing. Besloten werd om de hulp van Osborners Bas Keuzenkamp en Matthijs Wentink in te roepen. Ook logisch, want deze twee consultants hadden bij de Amsterdamse metro ook al met het testbijltje gehakt.
Het belang van een testprogramma is dat je er vooraf mee aantoont dat het object in kwestie veilig in gebruik kan worden genomen. Ook geeft het de gebruikers de gelegenheid om te leren omgaan met de nieuwe sluis, en te ervaren hoe ook hun onderlinge samenwerking erdoor verandert. Bij de Zeesluis IJmuiden bestaan die gebruikers onder meer uit degenen die de sluis bedienen, de verkeersleiding, de loodsen, de vletterlieden (die onder meer het aan- en afmeren van schepen begeleiden), het havenbedrijf, de hulpdiensten, de nieuwe onderhoudspartij OpenIJ en Rijkswaterstaat zelf.
Maar als er geen testprotocol bestaat, hoe weet je dan wat je moet testen? Om die vraag te beantwoorden, bouwde AT Osborne met Lego en Playmobil een maquette van de sluis. “Mijn dochter moest daarvoor tijdelijk een deel van haar verzameling inleveren”, blikt Matthijs terug. “Dat was gelukkig niet voor niets, want de maquette werkte heel goed.” Bas: “We zijn er met alle partijen omheen gaan zitten, om het vanuit ieders perspectief te bekijken. Dat maakte tastbaar en inzichtelijk waar knelpunten konden ontstaan bij het gebruik van de zeesluis. Het was wel spannend om alle partijen inspraak te geven in het proces. Je loopt dan het risico dat ze ‘nee’ zeggen. Maar het is ons gelukt om alle werelden bij elkaar te brengen. Daarbij was het prettig dat de gebruikers geen exorbitante eisen stelden, en alle partijen hetzelfde doel voor ogen hadden. De pijnpunten moesten natuurlijk wel worden opgelost.”
Aan het eind van 2021 vond uiteindelijk een testperiode plaats van zes weken. Hieruit kwamen 247 bevindingen naar voren, in allerlei soorten en maten. Om een voorbeeld te geven: het dek aan de voorzijde van de sluis biedt plaats aan vissers. Daar bleken echter reddingsboeien te ontbreken, voor het geval iemand in het water zou vallen. Een ander voorbeeld betrof de lampen, die schepen helpen bij het bepalen van hun koers. Die bleken voor schepen van verschillende afmetingen niet allemaal zichtbaar te zijn, en werden na de test dus anders gepositioneerd. Een ander knelpunt was een aanrijroute voor de brandweer. Bepaalde bochten bleken te scherp voor de draaicirkel van de bluswagens. Ook de vletterlieden ontdekten tijdens het testen bepaalde bijzonderheden. De wisselwerking tussen het zoute zeewater en het zoete water uit het kanaal veroorzaken bij een sluis van deze omvang sterke stromingen. Daardoor ontstaan grote krachten op de trossen waarmee schepen worden aangemeerd. Om de veiligheid bij dergelijke situaties zoveel mogelijk te waarborgen, komen op de sluis schuilhutten voor de vletterlieden te staan. Deze en andere bevindingen werden en worden opgelost door aanpassingen te plegen, afspraken te maken en waar nodig processen aan te passen. Het testen van de sluis zelf vond stap voor stap plaats. Eerst alleen de deuren open en dicht, daarna een doorgang met een klein schip en uiteindelijk met een megagroot vrachtschip. Ondertussen kwam de inmiddels vastgestelde opening van 26 januari 2022 steeds dichterbij. “De koning zou erbij zijn, dus er was wel sprake van enige druk. Maar het is allemaal op tijd gelukt. Er resteren nog wat laatste puntjes, maar de Zeesluis IJmuiden is succesvol in gebruik genomen.”
AT Osborne blijft de komende periode nog betrokken bij het project voor nazorg, als vraagbaak op afroep en voor initiële ondersteuning van de onderhoudsorganisatie.
Laurens Lancee
Google+