Mobiliteitshubs schieten als paddenstoelen uit de grond. Alleen al in 2020 en 2021 verrezen er in Nederland ongeveer 150 buurtmobiliteitshubs*. De algemene definitie van een hub is een verzamelpunt van diverse mobiliteitsvormen, zoals (deel)auto’s, (deel)fietsen en OV. Veel gemeenten en provincies zien hubs als dé oplossing voor bereikbaarheidsproblemen, en daarom de inrichting van een mooie hub als doel op zich. AT Osborne heeft daar een iets andere kijk op. Iris: “Er is vaak te weinig aandacht voor de achterliggende beleidsdoelen, zoals het terugdringen van autogebruik en de klimaatopgave.” Roderick: “Bovendien is het vaak niet nodig om een hippe, nieuwe hub te bouwen. Een alternatief is het upgraden en uitbreiden van bestaande hubs of P+R locaties.” Kees: “Je moet het ook in relatie zien tot overkoepelende thema’s zoals de verdichtingsopgave in grote steden; als je mobiliteit op de juiste manier in hubs concentreert houd je meer ruimte over voor leefbare woonomgevingen.”
Om de hype-achtige sfeer rondom hubs te relativeren, schreven Iris, Roderick, Kees en Niels van Oort een blogserie onder de titel ‘Hubs, van belofte naar werkelijkheid’. Na het inleidende artikel ‘De hubtopie’ in het magazine van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) verschenen najaar 2021 vier artikelen op LinkedIn. In het eerste verhaal stelt Iris de vraag: ‘Komt de hub in de buurt?’. Haar antwoord: letterlijk wel, figuurlijk nog niet helemaal. Het opnemen van deelauto’s en deelfietsen als modaliteiten kwalificeert zij als een terechte keuze, maar ze constateert tegelijkertijd dat er nog veel moet gebeuren om het achterliggende doel (een fijne en duurzame leefomgeving) te bereiken. In het tweede artikel, ‘De boer op met de hub’, breekt Roderick een lans voor de gebiedsgerichte aanpak. In landelijk gebied hebben hubs een andere functie dan in steden. Ze kunnen daar bijvoorbeeld het verschralende aanbod aan voorzieningen helpen opvangen, door bij de ontwikkeling ervan plaatselijke ondernemers en bewoners te betrekken. Onder de titel ‘De logistieke hub tegen een lading met lucht’ bespreekt Kees in het derde artikel hoe je met hubs in de verdichte stad ruimte voor logistiek kunt behouden, onder meer door te sturen op efficiëntie en de (verstandige) inzet van digitalisering. Met het artikel ‘Google, wat is een hub?’ sluit Niels van Oort de serie af door de reeks samen te vatten en te voorzien van wetenschappelijke context en een conclusie: stel hubs samen als een dusdanige mix van mobiliteit en activiteiten dat de auto of dieselbestelbus niet meer altijd de logische keuze is.
Met de serie laten Iris, Roderick en Kees zien dat AT Osborne graag in een vroeg stadium meedenkt. “Als een opdrachtgever bij ons komt met een vraag over een te realiseren hub, heeft hij al voor een oplossing gekozen. Wij willen graag betrokken zijn bij de vraag die daaraan vooraf gaat. Het gaat niet om hubs als doel op zich, maar als deeloplossing voor de grotere opgaven.” Zij zien AT Osborne als een geschikte partij om de dialoog over dit onderwerp mee te voeren. “Gezien het brede palet aan expertises zijn wij in staat om vraagstukken integraal te benaderen. Bovendien beschikt AT Osborne over ruime ervaring met complexe opgaven, ook op het gebied van mobiliteit. Daarnaast zijn wij in staat om partijen bij elkaar te brengen, en hebben wij oog voor zowel overheden als de omgeving. Wij kunnen opdrachtgevers helpen om hubs op de juiste manier in te zetten als middel voor het bereiken van achterliggende doelen zoals het verbeteren van de openbare ruimte, een duurzame en leefbare omgeving, vermindering van autogebruik en verbetering van de bereikbaarheid.”
Iris van Gerrevink
Roderick Tingen
Kees van Son
Google+